Verslag 21 Titicaca Meer met Puno en Copacabana

30 oktober 2011 - La Paz, Bolivia

Puno met prachtige carnaval en “Drijvende Eilanden” die niet drijven op riet ………..maar vooral op basis van toerisme. Copacabana in Bolivia met een prachtig hotel aan de baai, met fraaie vergezichten vanaf de heuvels, auto's en bussen die met wijwater gezegend worden en vooral met voor de kust het zonnige en ongenaakbare Isla del Sol. Ja, we zijn aangekomen aan het grootste “high altitude” Titicaca Meer (3808m).

De tocht vanaf Cuzco naar Puno duurde ruim 7 uur en liep vrijwel langs de spoorbaan door een prachtige vallei omhoog over 4300m en uiteindelijk over een hoogvlakte naar het 3800m hoog gelegen Puno aan het Titicaca meer.  Een door veel toeristen gekozen treinticket kost 175,- euro p.p.  en dan was de busticket van 7 euro toch wat aantrekkelijker. Wederom werden we op het busstation opgevangen door een hosteleigenaar en zo waren we snel onderdak. In de namiddag (15.30u) was er een enorme optocht van minstens 30 carnavalsgroepen, elk bestaande uit gemiddeld 40 personen, uit verschillende plaatsen in de regio. Elke groep probeerde zich in kleding, dans en muziek te onderscheiden en op de trappen van de kathedraal zaten honderden toeschouwers naar het spektakel te kijken.  De groepjes bleven maar spelen en liepen overal door het stadscentrum. De muziek bestond vrijwel geheel uit het slaan op grote trommels en het fluiten op de panfluiten. Ook ’s avonds om 21u was men nog volop bezig hiermee.  Een prima stukje folklore dus (zie foto’s).

Op 24 oktober zijn we naar de haven gelopen en hebben daar een bootje genomen naar de Uros “floating islands”, van oudsher een manier om niet onder de voet gelopen te worden door vijandige stammen.  Het boottochtje was plezierig maar wat er daarna aan ons voorgeschoteld werd, daar hadden wij ons totaal niet op voorbereid!  Wat een poppenkast!  Links en rechts om ons heen en ook voor ons en achter ons lagen allemaal drijvende eilandjes met op elk eilandje een aantal huisjes met families. Die stonden je langs het water toe te zwaaien tot de boot uiteindelijk een eilandje had uitgezocht. Eenmaal van boord kregen we een uitleg over hoe die drijvende eilanden gemaakt (riet) en verankerd werden, hoe ze de huizen en bootjes bouwen,  hoe ze koken, en vooral toch ook dat ze het moesten hebben van de toeristen, dus dat het toch wel fijn zou zijn wanneer je iets bij hun zou kopen van de goedbedoelde prullaria die men zelf in elkaar had gezet. Vooral ook omdat men maar twee ladingen toeristen per dag kreeg.  Dat was aan de gezichten van de verkoopsters goed te zien. Daarna gingen we allemaal in een rietenboot verder (opnieuw 5 soles), terwijl de dames ons plichtmatig uitzwaaiden met een aantal liederen, waarbij zowaar ook het “row, row, row your boat” de toeristen tot lachen zou hebben moeten brengen. Vervolgens begon het ongeveer 7-jarige dochtertje in de boot een aantal liedjes te zingen, waarbij plots ook “My Boney is over the Ocean”, “Freire Jacob” en nog een Italiaans liedje de revue passeerden. Helaas waren wij de enige niet Spaans sprekende toeristen aan boord, dus de rest begreep er helemaal niets meer van. Bij het liedje “shake hands” kregen we een onbeduidende hand van haar, terwijl ze hijgend verder zong en een andere kant uit keek. We werden afgezet op een “main island” maar het enige gebouwtje daarop was een restaurantje en verder kon je ook niet bij bijv. de school komen de verderop lag. Bij verdere navraag blijkt dat slechts 10% van deze bewoners nog bijv. iets doen met visvangst, maar dat de overige 90% alleen maar eilandjes heeft gebouwd voor de toeristenindustrie, en waarschijnlijk slaapt men ’s nachts lekker op het vasteland. Want in zo’n poppenkast, daar wil je toch zelfs als eco-toerist nog geen nacht doorbrengen!

Op 25 oktober zijn we met de bus de grens van Bolivia overgestoken en hebben in Copacabana (nog steeds op 3800m hoogte aan het Titicaca Meer) een prachtige hotel met uitzicht op zee en royaal terras uitgekozen. Daar hebben we genoten van de heerlijke temperatuur en felle zon.

Hoogtepunt aldaar was het bezoek aan Isla del Sol, waar je met een bootje naar toe kunt varen. Daar hebben we in het Noordelijk gedeelte van dat eiland in Challapampa eerst een museum en Inca-ruïnes bezocht. Volgens de overlevering van de Inca cultuur is daar de zon geboren. Vervolgens zijn we over de kammen van de heuvels in bijna 3 uur naar het Zuiden van het eiland gewandeld, waarbij ons prachtige vergezichten ten deel vielen. We sliepen voor 2 euro p.p. in het plaatsje Yumani, waar we ’s avonds genoten hebben van de ondergaande zon en vervolgens een vreselijk slechte pizza hebben gegeten.  Geen auto’s……..maar muilezels, geen bromfietsen…….maar slechts de benenwagen en bootjes. De dag daarna hebben we eerst een wandeling gemaakt naar Yumani 2 en daarna de Escalera del Inca afgedaald. In het haventje van Yumani hebben we lekker een boekje gelezen in de felle zon.  Daarna zijn we naar de Inca ruïne Pilko Kaina gewandeld, waar meerdere vertrekken en meerdere verdiepingen met stenen daken te bezichtigen waren. Terug in Yumani hebben we geluncht en gewacht op de boot van 15.30u die ons (lekker op het bovendek in het zonnetje) terugbracht naar Copacabana.

De andere twee dagen in Copacabana hebben we doorgebracht met vooral lekker luieren op het terras en het beklimmen van de Cerro Calvario met een kruisweg langs de gehele route omhoog (zie foto voor prachtig uitzicht op Copacabana). De prachtige kathedraal die we bezochten is vooral beroemd vanwege het Mariabeeld  “la Virgen de Candelaria”.  Vrijwel elke dag is er markt in Copacabana en opvallend zijn dan natuurlijk de bekende Boliviaanse bolhoedjes die alle vrouwen hier dragen.  Op de andere dag hebben we de tegenvallende Tribunal de Inca bezocht en daarna een prachtige wandeling gemaakt naar Horca del Inca, een pre-Inca astronomisch observatorium. Zondag 30 oktober hebben we de bus genomen naar de hoofdstad La Paz. Maar eerst zagen we hoe bij de kathedraal auto's en bussen met wijwater gezegend werden door priesters. Daarbij waren uitgebreide bloemversieringen aangebracht en werd vaak ook door de eigenaren zelf hun auto besprenkeld met champagne, bier of cola (al naar gelang de voorkeur). Daarbij nog wat vuurwerk en wat extra wijwater op de hoofd van de chauffeur en dan moet hij toch zeker weer een jaartje schadevrij en reparatievrij kunnen rijden. Moeten we in Nederland ook maar eens wat vaker gaan doen!

 

 

 

Foto’s

1 Reactie

  1. Marit:
    30 oktober 2011
    Lieve twee, wat een belevenissen weer. Gelukkig ook het toerisme een beetje kunnen ontwijken en nu lekker relaxen en genieten in de zon. Nog maar 7 weken en dan zien we jullie weer. Groetjes Marit