Verslag 22 La Paz,Death Road Mountainbiking,S.Cruz

6 november 2011 - Samaipata, Bolivia

Haloween……….. Dias del Muertos……………..The Death Road Mountainbiking (van 4700m naar 1200m over de gevaarlijkste weg ter wereld)……………… Allerzielen………………. Renee op een treeplankje in de minibus………..vliegen met veel tamtam naar Santa Cruz met tussenlanding in Cochabamba……………”We did it and we are still alivel”!

 

De busreis van Copacabana naar La Paz verliep voorspoedig. Na een oversteek per pontje rijdt je voornamelijk over de “Alto Plano” een hoogvlakte op 4000m hoogte. Plots gaat die hoogvlakte over in een diepe vallei en daarin ligt dan La Paz, de hoofdstad van Bolivia. Onder in het dal loopt de hoofdstraat dus wanneer je verdwaald bent, dan loop je gewoon naar beneden en ben je weer op de bekende weg.  Tegen de beide hellingen van het dal ligt Santa Cruz gebouwd. We hebben een dagje rondgewandeld door het centrum en ’s middags een citytour (bus) genomen met uitleg in 7 talen. ’s Avonds was het Haloween en met een bezoek aan de heksenmarkt met lama-foetussen werd het inderdaad nog een Scary Movy. In hostel Lion Palace is het goed vertoeven met Wifi internet, kabel tv met CNN, BBC en nog een Duitse nieuwszender. Het Griekse drama wordt op de voet gevolgd. Hans heeft de dynaband weer tevoorschijn gehaald en hoopt met 2x trainen per dag er binnenkort  als een Griekse Hercules uit te zien. Op dag 2 is het Dias del Muertos en wordt een bezoek gebracht aan Valle de la Luna, waar de erosie een bizar landschap heeft geschapen in het zachte zandsteen. In de dierentuin was het bezoek aan de condors het hoogtepunt waarbij deze giganten zo af en toe hun enorme spanwijdte lieten zien. ’s Middags druk geweest met het bespreken van een tour voor de volgende dag, een vlucht met TAM naar Santa Cruz voor 3 november en een vlucht van Santiago de Chili op 29 december naar Miami en op 13 januari naar Guatamala. ’s Avonds alvast een voorproefje gehad van Mexicaans voedsel in een door een Belg gerund restaurant, waar we nog getrakteerd werden op dodengetrommel en chocolade met een skelet erop.

“Death Road Mountainbiking” van Cumbre naar Coroico stond 2 november (Allerzielen) op het programma. We melden ons om 7.00u voor een uitgebreid ontbijt bij reisbureau El Solaria. De groep van 15 adrenaline-junkies werd over twee busjes verdeeld en nadat de mountainbikes op het dak waren geladen gingen we op weg naar Cumbre op 4700m hoogte.  Daar gingen we begeleid door 3 gidsen en de beide busjes eerst 1000 meter omlaag over een fraaie asfaltweg . Na een snack en drankje gingen we weer in het busje omhoog naar het begin van de onverharde Death Road.  Ik heb nog een foto gemaakt van een Israëliër voor het monument dat herinnerde aan het busje met 9 Israëliërs dat hier enkele jaren geleden het ravijn in was gereden. Jaarlijks komen op dit parcours gemiddeld 3 mountainbikers om het leven door roekeloos fietsen. We waren dus gewaarschuwd. Op dit gedeelte van het parcours moest je overigens de gehele tijd aan de dalkant  rijden omdat alle tegenliggers busjes en auto’s aan de binnenkant rijden. Je kiest zoveel mogelijk het wielspoor omdat dat harder is dan het losse grind. Om de 15 minuten werd er gestopt om foto’s te kunnen maken en om te hergroeperen. Er gingen in totaal meer dan 100 bikers naar beneden. Na 4 uur afdalen kwamen we terecht in het plaatsje Yolosa (1200m) waar we lekker konden douchen, zwemmen en waar ons een voortreffelijke lunch wachtte.  Nadat we nog lekker van het zonnetje genoten hebben ging de reis om 16u in het busje terug naar La Paz. Onderweg was er een enorme drukte bij een kerkhof boven op een berg, waar de families hun ouders of verwanten opnieuw eer bewezen. Om 19u waren we terug in La Paz en daarna kregen we nog een T-shirt (“The Death Road: I did it and I am still alive” en een CD met foto’s van de trip. Dit alles voor  €35,- p.p. dus prima value.

Op donderdag 3 november hebben we naar 4 nachten in La Paz de backpacks weer ingepakt. Renee maakte zich zorgen of we wel op tijd op het vliegveld zouden komen, want daar moesten we uiterlijk om 12.30u zijn. Of we niet beter een taxi konden nemen, maar Hans vond de 6 euro te duur. Het viel allemaal weer reuze mee, want we liepen een straatje naar beneden, hoorden daar dat we nog een straatje lager moesten gaan staan, en hadden daar binnen 3 minuten het 2e airportbusje dat langs kwam.  Er was nog slechts 1 plaats in het busje, maar met de backpacks op het dak, Hans op een klapstoeltje en Renee op het treeplankje waren we binnen een half uur na vertrek uit ons hotel al om 11u tien kilometer verder op het hoogste internationale vliegveld ter wereld. En dat voor € 0,80, jawel, met zijn tweeën!  Hans glimlachte weer van oor tot oor om deze aanzienlijke besparing. Daar kunnen ze in Brussel nog wat van leren!

In het vliegtuig nog veel TamTam omdat we in Cochabamba een tussenlanding zouden maken en omdat wij voor het vervolg de zelfde stoelnummers hadden en het zelfde vluchtnummer, meenden wij dat we in het vliegtuig zouden kunnen blijven zitten.  Nee hoor, gewoon overstappen in een volgend vliegtuig (TAM vliegtuig uit, 100m lopen, volgend TAM vliegtuig in) opnieuw een lunchpakketje en op naar Santa Cruz.  In Santa Cruz hebben we twee nachten verbleven in hostel Santa Barbara (5 euro per nacht) waar we lekker voor de kamer konden zitten te midden van veel studenten die elke avond spelletjes speelden. Voor het eerst deze reis was de boter gesmolten en dat is ook niet vreemd bij 32 graden Celsius. Te heet dus om veel te ondernemen. Gelukkig koelde het rond middernacht af naar 28 graden. We hebben wat rondgelopen door Santa Cruz dat een zeer druk centraal plein heeft en veel ijssalons. Vrijdagavond zijn we met een groep uit het hostel nog naar een toneelvoorstelling geweest. Hans heeft nog even met een Spaanse bioloog gesproken die in de Pantanal onderzoek heeft gedaan naar poemas. Zaterdag zijn we vertrokken naar het op 1650m hoogte tussen  prachtige bergen gelegen schattige plaatsje Samaipata. Ingeschreven in een hostel met een kleine kamer maar een groot terras voor onze deur, een terras aan de voorkant bij de straat en een (deels overdekt) terras boven op ons dak.  Hoe komen we hier ooit weg?

 

Foto’s