Verslag 8 Ecuador Amazone jungletour in Misahualli

15 augustus 2011

Van Quito zijn we via Tena met de bus in Misahualli terecht gekomen, een plaatsje aan het begin van het Amazonegebied. Hans vond een hostel aan de rivier met een mooi terrasje. Het was druk op het strand omdat het zondag was. Een paar honderd mensen waren aan het baden, tochtjes aan het maken met de boten, op een banaan over de rivier aan het crossen of aan het tuben in grote zwarte banden. De apen probeerden zo hier en daar wat weg te snaaien bij de toeristen, en Renee bleek ook niet in staat om onze fles Fanta te verdedigen. Vorig jaar is een toerist op deze wijze een fototoestel kwijtgeraakt die een aap vervolgens hoog in een boom kapot beukte tegen het hout, waarschijnlijk om hem als een soort kokosnoot te kraken om wat eetbaars te vergaren.

In Quito gaat men uit van Jungletours van ongeveer 50 dollar per dag, maar hier blijkt dat je een boot met gids kunt huren voor 100 dollar per dag. Wanneer je dat met 16 man deelt ben je dus voordeliger uit. De volgende dag hebben we met een Frans stel zo een Jungletocht gemaakt. Eerst met de boot drie kwartier varen over de Rio Napo en daarna vertelde onze gids ons van alles en nog wat over het gebruik van verschillende planten en bomen als medicijn of huishoudelijk middel. Ook werd ons veel verteld over de symbiose tussen verschillende dieren en planten.  Wanneer je met een stukje termietennest over je huid wrijft helpt dat tegen de muggen. De mieren die in een bepaalde boom wonen smaken naar citroen en houden ’s nachts de grond rond de boom schoon d.m.v. zuurafscheiding.  Er zijn wortels die dienst kunnen doen als schaaf en vruchten waarmee je je haar kunt kammen. Een palmblad werd door midden gekliefd en de twee helften werden in elkaar gevlochten en zo ontstond een rokje van bladeren. We hebben geslingerd aan een heel lang touw alsof je aan een liaan slingert. Renee kreeg een cadeautje, ingepakt in blad, en toen ze dat open maakte, kreeg ze een Penis Diabolo, een reusachtige penisvormige wortel. We hebben geleerd dat je in plasticachtige bananenbladeren prima je vis gaar kunt koken in het vuur, en ook hebben we geleerd welke paddenstoelen wel of niet eetbaar waren. We liepen door een beek en klauterden omhoog en omlaag totdat we weer bij de rivier uitkwamen. Inmiddels is wel duidelijk geworden waarom dit soort nationale parken nodig zijn om het regenwoud met zijn flora en fauna te beschermen.

Na een lunch gingen we naar de dierenopvang, een soort dierentuin in de jungle, waar veel bijv. verwaarloosde of gevonden dieren naar toe worden gebracht met als doel om ze weer terug te zetten in de natuur.  Een Duitse lerares Engels (sabbatical vrijwilligster) gaf de rondleiding langs apen, papegaaien, toekans, schildpadden, een python, wilde varkens, katachtige dieren, een alligator, enz. Toen we bij de papegaaien stonden te lachen, was er een papegaai die dat lachen perfect imiteerde en zo kwamen we in een vicieuze cirkel terecht. Na een boottocht van opnieuw ruim een uur (tegenstrooms) waren we om  17u terug in onze hostel.

 

Foto’s