Verslag 3: Yangon, 15 juli 2013

Opvallend vriendelijke mensen, slapen in een slaapzaal, spannend geld wisselen op de markt, auto’s rechts-rijdend met stuur aan rechterkant, dagelijkse ‘monsoon’’-regens en dat heerlijke backpackersgevoel samen met andere travellers in het hostel. We zitten in Myanmar!

De vlucht van Bangkok naar Yangon verliep voorspoedig en in de taxi naar hostel Mother Lans Inn 2 kregen we in het Engels uitgebreid informatie over het land, Yangon, de munteenheid, transport,  et cetera en ook nog een aantal plattegronden.

Omdat we pas vanaf Bangkok per e-mail geboekt hadden sliepen we de eerste nacht in de dormitory, 6 bedden met een keihard matras en een afsluitbare opbergruimte onder het bed.

’s Morgens was ik al vroeg wakker en heb vanaf 7.30-10 uur aan het ontbijtbuffet gezeten op het terras van de hostel uitkijkend over het straatleven van Yangon met de monniken die met hun pannetje langskomen voor gratis rijst. Ik praat wat met Australiër Kevin (die na een motorongeluk tot inzicht kwam dat het leven niet eeuwig duurt en nu 3 maanden aan het rondreizen is) en Nederlander Jeroen. We konden meteen verhuizen naar een eigen kamer en hebben in de stad de walkingtour gedaan. Een bezoek aan de kapper en het vervangen van een batterij in  mijn horloge kostten allebei $1,50, het eten ’s avonds $3,- en een kopje koffie in een cafeetje $0,25.  We zijn weer in zuidoost Azie!

Het geld wisselen op de markt achter de Sula Paya was een spannende gebeurtenis. In het hotel en bij de officiële money-changers was een koers van 9600 a 9800 Kyat per dollar normaal maar op de markt werd ons na 5 eerdere pogingen van rond de 1000 zelfs 1200 Kyat aangeboden. Zittend op lage krukjes hebben we eerst 300 briefjes van 1000 Kyat uitgeteld en gecheckt. Daarbij rende de geldwisselaars tussendoor nog een keertje hard weg (politie?) om vervolgens de resterende 180 briefjes uit te tellen. Daarna gaven wij de 400 dollar en liepen met een stapel van 480 biljetten verder. Ik moet denken aan het deuntje ”op de markt is je gulden een daalder waard!”

Woensdag nemen we de circle train en maken veel foto’s tijdens deze 3 uur durende treintocht door Yangon en zijn buitengebieden.  We bezoeken daarna de indrukwekkende 100 met hoge en goud bedekte Shwedagon Paya, een reusachtige omgekeerde klokvormige stupa, voor alle bewoners van Myanmar de meest heilige van alle Boeddhistische plekken.  Daar lopen we twee rondjes rond de stupa en verbazen ons over alle devotie, monniken en offergaven.

Donderdag lopen we naar het park rond het Kandawgyi Lake om fraaie foto’s te maken van de  Shwedagon Paya en rustig te lezen in het park.  Ik ben begonnen in de biografie van Steven Jobs, de te vroeg overleden oprichter van Apple.  Ook op deze eerste zonnige dag begint het vanaf 13.00 uur onafgebroken te regenen en dit keer zelfs tot 18.00 uur ’s avonds.

De sweat and sour smaakt weer prima in het hostel, alhoewel Hans vanavond de vis met bonenschotel en rijst goed smaakt. Lekker lezend, pratend met travellers komen we de avond goed door. De plannen zijn inmiddels gewijzigd. Het blijkt niet geheel veilig om naar het Noorden van Myanmar te vliegen, en dus kiezen we nu voor een nachtbus vrijdag 19 juli naar Mandalay waar we in ET Hotel 5 nachten hebben gereserveerd. Daarna met de boot naar Bagan (5 dagen) en vervolgens een week naar Inle Lake. Eigenlijk de plaatsen waar alle toeristen naar toe gaan, maar dat is momenteel wel het veiligst in het toch op veel plaatsen nog onrustige Myanmar.Wij voelen ons hier echter geheel op ons gemak.